Rode Duivels versus Dracula: 1-1


We weten ondertussen allemaal dat er actie moet ondernomen worden om de klimaatverandering te voorkomen. Het grootste discussiepunt in België is momenteel of wij deze extra inspanningen moeten leveren of dat wij reeds ons eerlijk deel bijdragen?

Om na te gaan of België wel degelijk genoeg doet om de klimaatopwarming tegen te gaan, gaan we de situatie in België vergelijken met die van de rest van Europa. Omdat iedereen reeds weet dat de Scandinavische landen er veel beter voorstaan dan wij, dat Nederland en Duitsland veel meer geïnvesteerd hebben in duurzame energie en dat Frankrijk met zijn vele kerncentrales sowieso al elektriciteit heeft met een veel kleinere CO2 uitstoot dan gemiddeld, hebben we gekozen om de vergelijking te maken met een land waarvan u de situatie op gebied van elektriciteit hoogstwaarschijnlijk nog niet kent: Roemenië. Dit Oost-Europees land heeft het laagste GDP per capita van de EU, wel 4 keer lager dan dat van ons land. Je zou dus verwachten dat ze hopeloos achterop lopen op vlak van hernieuwbare energie en duurzame elektriciteitsopwekking. Laat ons dus even de vergelijking maken.

Situatie in Roemenië

Om een waardige studie te doen, zijn we vanuit YERA met een kleine delegatie naar Roemenië afgereisd. Tijdens deze inspectie van het land is opgevallen dat het landschap in Roemenië momenteel heel tweezijdig is: enerzijds zijn er nog de vele gelijkaardige grijze blokken van hun Oostblok verleden, anderzijds steken er hier en daar ook gigantische wolkenkrabbers uit van verschillende kapitalistische bedrijven die zich na de val van het Oostblok in Roemenië gevestigd hebben.

Deze tweestrijd is ook zichtbaar in de beschikbare capaciteit aan elektriciteitsproductie die het land bezit. Langs de ene kant heeft het land nog veel oude steenkoolcentrales (6 GW) en zelfs een kerncentrale die destijds door de Russen geplaatst is (1.5 GW). Anderzijds is de Europese invloed ook duidelijk zichtbaar. Onder andere door de Europese financiële steun die het land krijgt sinds het lid is van de Europese Unie in 2007, zijn er veel windturbines gebouwd. Op minder dan 5 jaar tijd, heeft Roemenië 3 GW aan windcapaciteit gebouwd. Dit is ongeveer vergelijkbaar met de windcapaciteit van België. Verder heeft het land ook in mindere mate reeds geïnvesteerd in zonnepanelen (0.6 GW) en biomassa (0.1 GW).

Wat verder ook typerend is aan het energielandschap van Roemenië is dat er veel waterkrachtcentrales aanwezig zijn. Dit is vooral te danken aan het Karpatengebergte. In totaal hebben ze 6 GW capaciteit gebouwd die samen jaarlijks meer dan 30% van de elektriciteit voorziet (15 TWh). Dit zijn dan zowel centrales gebaseerd op een groot hoogteverschil in de bergen als centrales die de grote debieten benutten op bijvoorbeeld de Donau.

Het is ook nog interessant om mee te geven dat Roemenië een land is dat meer elektriciteit produceert dan het zelf nodig heeft. Hierdoor exporteert het dus het grootste deel van de tijd elektriciteit  naar hun buurlanden (Bulgarije, Servië, Hongarije, Oekraïne en Moldavië). Dit gaat dan om een volume van 14 TWh per jaar of anders gezegd produceren ze elk jaar 30% meer dan ze zelf nodig hebben. Dit is in sterk contrast met België dat jaarlijks 20-25% van zijn elektriciteit importeert uit zijn buurlanden. Omdat de afspraken tussen de verschillende landen in Oost-Europa echter minder vlot verlopen dan in West-Europa (er is geen gezamenlijke afsluiting van de elektriciteitsmarkt), is het voor Roemenië moeilijk om stroom te importeren wanneer het zelf een tekort aan capaciteit heeft. Dit komt omdat alle buurlanden dan gelijktijdig een tekort hebben en hierdoor geen elektriciteit aan Roemenië willen leveren. Daarom is de Roemeense overheid niet geneigd om veel van de stuurbare fossiele centrales te sluiten. Hierdoor is dus ook nog geen deadline gepland voor een uitfasering van steenkool en volgens lokale bronnen ging deze er ook niet snel komen.

Al bij al is dus duidelijk dat Roemenië een enorm gevarieerde elektriciteitsproductie heeft met steenkool, gas, kernenergie, wind, waterkracht en nog in mindere mate zonnepanelen en biomassa. Dit is één van de meest gebalanceerde elektriciteit systemen in heel de EU. Het is verder ook duidelijk dat Roemenië het goed doet op vlak van hernieuwbare energie, met 45% van de elektriciteit opgewekt op duurzame wijze. Het enige zwakke punt van hun elektriciteitsmix is het feit dat ze nog in sterke mate gebruik maken van steenkool als base load.

Europese doelstellingen

Vanuit Europa is er voor elk land een doelstelling in verband met hoeveel energie er uit hernieuwbare bronnen moet komen tegen 2020. Al deze doelstellingen samen zouden dan resulteren dat de Europese Unie 20% van zijn energie uit hernieuwbare bronnen haalt.
Deze doelstellingen zijn bepaald door verschillende factoren in rekening te brengen. In de eerste plaats werd voor elk land gekeken waar ze zich bevonden in 2005. Roemenië had in 2005 bijvoorbeeld 17% aan hernieuwbare energie (als gevolg van de reeds aanwezige waterkrachtcentrales), voor België was dit slechts 2.3%. Bovenop de beginsituatie kwamen nog twee extra percentages. Eerst kwam er een vaste 5.5% voor elk land erbij. Daarbovenop kwam nog een extra percentage, gebaseerd op het bbp van het land. Voor Roemenië, als armste land van de EU, was dit slechts 1.2%, voor België 5.2%. Tot slot was er nog een compensatie voor landen die reeds eerder begonnen waren met grootschalige investeringen te doen, maar dit was niet van toepassing op Roemenië, noch op België. Op die manier werd dus bekomen dat Roemenië tegen 2020 24% van zijn energie op duurzame wijze moest produceren, daar waar dit voor België “slechts” 13% is.

Voor Roemenië was het halen van deze doelstellingen niet zo moeilijk. Zoals eerder vermeld was er na de toetreding in de EU in 2007 een korte, maar krachtige revolutie van windenergie, zodat Roemenië in 2014 hun doelstelling in verband met hernieuwbare energie reeds gehaald had. Ze zaten in 2018 zelfs al aan 27.3%.

Dit staat in schril contrast met de situatie in België. We zitten momenteel achter op schema om onze doelstelling van 13% te halen. In 2018 was nog maar 9.2% van de energie van duurzame oorsprong. Het is dus nog maar de vraag of wij onze doelstelling in 2020 gaan halen, gezien dit moment nu toch wel heel dichtbij begint te komen. België is op dit vlak zelfs het op één na slechtste land van Europa; enkel voor Nederland is het nog minder waarschijnlijk dat ze hun doelstelling gaan halen.

Als verzachtende omstandigheden valt er echter wel te pleiten dat ons land geografisch gezien niet echt geholpen wordt om elektriciteit hernieuwbaar op te wekken. Daar waar Roemenië kan vertrouwen op zijn bergen om waterkrachtcentrales te plaatsen en op zijn uitgestrekte vlaktes om windturbines te plaatsen, hebben wij in België niet zulke voordelen. Wij hebben geen bergen voor waterkracht en nauwelijks plaats op het vasteland voor windturbines. Onze beperkte oceaanoppervlakte (“slechts” 2000 km² groot), is door vaarroutes, beschermde milieugebieden en de reeds geplaatste offshore windturbines bijna volledig volgebouwd. Verder heeft België niet bijzonder veel zonlicht (in vergelijking met Zuid-Europa) en ook biomassa heeft in België geen grote toekomst (het importeren van biomassa voor energieopwekking staat steeds meer ter discussie en zelf hebben we ook niet veel oppervlakte om biomassa te voorzien). Het is dus ook niet verwonderlijk dat wij onze reeds bescheiden 13% waarschijnlijk niet gaan halen. Dit is ook de reden waarom de Europese Unie voor 2030 geen landspecifieke doelstellingen meer heeft gebruikt, maar wel één doelstelling voor heel de EU.

Dragan dam in Roemenië

Thermische energieopwekking

Ook op vlak van thermische energieopwekking lijkt Roemenië voor te lopen op ons land. Vanuit hun verleden in de Sovjet-Unie hebben ze de gewoonte overgeërfd om gebruik te maken van thermische netten. Dit zijn netten die warmte distribueren naar verschillende kleinere gebruikers. Deze warmte is dan afkomstig uit gerecupereerde afvalwarmte, warmtekrachtkoppelingcentrales (WKK-centrales) of wordt grootschalig efficiënt opgewekt. Over heel het land zijn zulke warmtenetten verspreid, daar waar wij in België nu pas beginnen met de mogelijkheden van zulke netten te onderzoeken.

Er zijn in Roemenië er dus ook veel meer WKK-centrales dan in België, deels ook omdat deze daar eerder deel zijn van de base load, daar waar wij die vullen met de kerncentrales. Zo had de lokale universiteit voor ingenieurs daar ook een eigen WKK-centrale om aan de volledige warmtevraag van de universiteit te voldoen en zelfs delen van de studentencomplexen te verwarmen. Dit zijn meer duurzame energieprojecten waar wij in België (nog) niet mee bezig zijn.

Maar….

Het is echter niet allemaal rozengeur en maneschijn in Roemenië op energetisch gebied. Door de oude steenkoolcentrales die nog steeds gebruikt worden is Roemenië, ondanks hun grote aandeel in hernieuwbare energie en zijn kerncentrale, toch nog één van de landen met de grootste uitstoot per kWh van de EU, namelijk 0.7 kg per kWh. Dit is een stuk groter dan de 0.285 kg/kWh die we in België uitstoten. Al de inspanningen in hernieuwbare energie worden dus teniet gedaan door het vasthouden aan de meest vervuilende methode voor elektriciteitsopwekking. Gezien er nog lang geen sprake is van een uitfasering van steenkool in Roemenië ziet het er ook niet naar uit dat dit cijfer snel gaat dalen.

Een andere trend waar Roemenië mee te kampen gaat krijgen is de stijging van de elektriciteitsvraag. Op dit moment is die nog 40% lager dan die van België (48 TWh per jaar tov 82 TWh per jaar). Dit staat in contrast met het feit dat Roemenië twee keer meer inwoners heeft dan België. Hiervoor zijn echter twee eenvoudige verklaringen. Enerzijds is er minder energie-intensieve industrie. Anderzijds draagt het land ook nog deels de gevolgen van zijn communistisch verleden, waardoor mensen nog een lager comfortniveau gewoon zijn en daardoor ook minder elektriciteit verbruiken. Gezien Roemenië zijn achterstand op de rest van Europa langzaam aan het inhalen is, zal het elektriciteitsverbruik per capita ook steeds dichter bij dat van ons komen, waardoor het ook voor Roemenië moeilijker zal worden om hoge percentages hernieuwbare energie te halen.

Tot slot gaat Roemenië nog betere afspraken moeten maken met zijn buurlanden vooraleer het kan overgaan naar systemen die in de buurt komen van koolstofneutraliteit. Zolang het weinig vertrouwen heeft in zijn buurlanden voor de import van elektriciteit, gaat het land zijn fossiele centrales in werking blijven houden als back-up. Het is voor Roemenië echter veel moeilijker om volledig geïntegreerde energiemarkten te hebben met zijn buurlanden, gezien dat sommige hiervan niet in de EU zitten. Voor Servië en Bulgarije wordt dit probleem al enigszins vermeden doordat ze wel in de ENTSO-e zitten. Dit is een Europees netwerk dat de transmissienetbeheerders van 36 Europese landen vertegenwoordigd, waardoor deze elektriciteitsmarkten goed geïntegreerd zijn. Voor Moldavië en Oekraïne is er geen soortgelijke overkoepelende organisatie, waardoor contacten tussen beide markten veel stroever verlopen.

Conclusie

Roemenië doet het een pak beter op vlak van hernieuwbare energie dan je zou verwachten op basis van zijn GDP. Dit is vooral te danken aan geografische voordelen en aan financiële steun vanuit Europa. Het probleem blijft echter dat ze nog sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen (en dan nog vooral steenkool) voor hun base load te voorzien, zodat ze toch nog een lange weg af te leggen hebben op weg naar koolstofneutraliteit.

In de vergelijking tussen België en Roemenië is het dan weer moeilijk om een “winnaar” aan te duiden. Roemenië is duidelijk veel beter bezig op vlak van hernieuwbare energiebronnen, maar België heeft dan weer een lagere uitstoot aan CO2 per kWh. Gezien dat België een 4 keer hogere GDP per capita heeft dan Roemenië, kan je voor jezelf uitmaken of het eerlijk is dat België het (momenteel?) niet noemenswaardig beter doet dan Roemenië.